Studie en avontuur in Zuid-Afrika

Regina Davelaar en Hilde Boekeloo, de een masterstudent gemeentepredikant, de ander masterstudent predikant-geestelijk verzorger aan de PThU te Groningen reisden in de zomer van 2014 naar Zuid-Afrika voor een studieseminar. Hieronder hun verslag in dagboekvorm

Johannesburg
Het is 9 juli, 9 uur en -3 graden Celsius. Welkom in Zuid-Afrika. Hilde en ik worden opgepikt door Joop Lensink, een predikant die oorspronkelijk uit Nederland komt, maar al 50 jaar in Zuid-Afrika woont. Hij is predikant geweest in onder andere de Nederduits Gereformeerde kerk (NGK), maar ook in de Verenigende Gereformeerde kerk (VGK) en de Nederlands Sprekende gemeente. Hij heeft de Apartheid van begin tot eind meegemaakt en zit vol verhalen. Kortom, in een week tijd krijgen we een goed beeld van de geschiedenis van Zuid-Afrika.

10 juli
In Soweto rijden we eerst door de ‘toeristische straat’: langs het huis waar Desmund Tutu heeft gewoond, het huis waar Nelson Mandela woonde en het huis waar Winnie Mandela woont. We staan stil bij het monument voor de scholierenopstand in 1976 en kijken naar de beroemde foto van Hector Pieterson, de dertienjarige jongen die werd doodgeschoten. Daarna bezoeken we een project en worden rondgeleid door een vrouw die kinderen opvangt. We zien een hostel, een plek waar arbeidsmigranten wonen. De bewoners kwamen voor werk, maar minstens 80% is werkloos. We zien de kleine huisjes van binnen, lopen tussen het afval, ruiken het afval.

11 juli
Vandaag worden we om 8:45 uur door onze trouwe gids en persoonlijk begeleider Joop Lensink opgehaald en voor de deur van het Apartheidsmuseum afgezet. Een bezienswaardigheid die voor ons blanke Nederlanders niet ongezien mag blijven. Op onze entreetickets staat welke ingang we moeten nemen, white of non-white. Omdat op Regina’s ticket iets anders vermeld staat verdwijnt ze uit mijn zicht. Dit was het begin van een reeks confrontaties waarbij ik met mijn neus op de historische feiten werd gedrukt. Met name de tentoonstelling over de verschillende periodes uit het leven van Nelson Mandela is me bijgebleven. Ik vind het bijzonder hoe deze man op vijvenzeventigjarige leeftijd mensen bij elkaar wist te brengen. Door rugbywedstrijden bij te wonen, weduwen van overleden Afrikaanse leiders te bezoeken en met vrouwen van verschillende politieke partijen aan een tafel te eten. Ik bedenk me dat ik wel wat meer op hem zou willen lijken. Hij was een daadkrachtige pleiter voor gerechtigheid, een spreker van waarachtige woorden, liefdevol en zonder vrees.

16 juli
De dag begint met een zieke Hilde. Ze blijft thuis om uit te zieken. Ik vertrek met Joop naar een conferentie in Pretoria. De conferentie is voor kerkelijke leiders uit heel Afrika en zo ontmoet ik een koptische priester, een katholieke zuster en charismatische pastores. We beginnen de dag met een meditatieve wandeling door de stad (niet mijn ideale plek om te mediteren), maar ik zie wel het centrum van Pretoria en hang dus maar een beetje de toerist uit. Ik eet mijn eerste echte Afrikaanse maaltijd en volg een workshop over Fresh Expressions. We kijken een filmpje van een motorclub-kerk in Engeland en discussiëren over de vraag of zulke nieuwe vormen van kerk zijn ook in Afrika kunnen werken.

Stellenbosch
Het is 21 juli, 9 uur en mijn eerste schooldag. Ik kom terecht in de Master of Divinity, een klas met 22 studenten, de meeste wit. De voertaal is vooral Afrikaans en de eerste 4 weken staan in het teken van liturgiek en homiletiek. Hilde en ik krijgen exegese van veel verschillende docenten. Interessant. Hoogtepunt is de preekweek. Ik geniet van de verschillende achtergronden, de creativiteit en diversiteit. Ik krijg een idee van het verschil tussen de NGK en VGK en leer mijn medestudenten kennen.

Bellville
Het is 10 augustus. Dankzij Facebook is het gelukt om met Teddy Sakupapa, een Zambiaanse theoloog die in 2009 samen met mij in Kampen studeerde, af te spreken. Momenteel werkt hij aan zijn PhD aan de University of Western Cape. We ontmoeten elkaar op het treinstation van Bellville. Bij het uitstappen treden Regina en ik een nieuwe wereld binnen. Het krioelt hier van de (zwarte) mensen, ze wandelen voorbij of verkopen waren achter kraampjes. Teddy leidt ons rond over de campus en vertelt hoe deze universiteit in de jaren 70 is opgericht, voor de kleuringen. Frustrerend is dat hier nog steeds weinig blanken te vinden zijn, maar dat de meest hooglerarenstoelen wél door blanke billen worden bezet.
’s Avonds rijden we in de auto van een Nigeriaanse medestudent door de verschillende townships, waarin miljoenen mensen gehuisvest zijn. We stappen uit in het township Gugulethu, bij de slager- en braaierij Mzoli’s. Daar banen we ons een weg tussen de massa’s auto’s, glasscherven en vleesrestanten en genieten we van het gebarbecuede vlees en de levendige sfeer. Dankzij onze gastheren voelen we ons op onze gemak. Zonder hen waren we hier nooit gekomen.

Stellenbosch
Tijdens onze laatste week (3 t/m 5 september) wisselen Regina en ik onze colleges af met lezingen van een conferentie. Living on the Edge is georganiseerd ter ere van het verjaren van John de Gruchy, een blanke Afrikaan die tijdens de apartheid schreef over sociale gerechtigheid. Het geheel is groots opgezet, met koffie en Zuid-Afrikaanse lekkernijen, volle zalen geïnteresseerden en hoog gewaardeerde theologische sprekers. Iedere dag wordt besloten met een discussie waarbij er kritische en emotioneel betrokken vragen uit de zaal klinken. ’s Avonds is er een optreden van het Libertas choir, een prachtig gemêleerd gezelschap dat een veelkleurig repertoire ten gehore brengt. Ondertussen danst de oude dirigent frivool het podium over. Dit is nog eens vieren van diversiteit. Een prachtige afsluiter van een fantastische reis.

Ons het baie geniet.

Hilde Boekeloo (bewoonster convivium Pakhuis London) en Regina Davelaar (door Ruimzicht ondersteund vanuit het Fonds Aktie Late Roepingen)