Per 1 juni 2016 neemt Ella Mulder afscheid van Ruimzicht. Veertig jaar heeft zij bij Ruimzicht gewerkt, tijd dus voor een afscheidsinterview.
Blik ’s terug op deze 40 jaar, welke ontwikkeling heb je gezien binnen Ruimzicht? Hoe waardeer je dat?
Een terugblik met Ella is als een reis door de tijd die – voor haar – begon in 1977. De maand maart om precies te zijn, 25 jaar jong. Met een grijns: ‘Toen ik bij Ruimzicht kwam werken, was ik niet veel ouder dan de conviviumbewoners. Nu heb ik zo langzamerhand de leeftijd van hun oma’s’.
Op amper 5 minuten lopen van haar eigen huis in Driebergen staat de woning van Ds. Wolfensberger die tevens dienst doet als kantoor van Ruimzicht. ‘We dronken koffie en thee in hun keuken’. Ella herinnert zich Wolfensberger als ‘een sterke directeur die de touwtjes stevig in handen hield en de vier medewerkers heel direct aanstuurde’. Het is de tijd waarin de naweeën van de sluiting van Nieuw Ruimzicht in Doorn nog voelbaar zijn en de eerste drie convivia – Doedoleith, De Hooge Stoep en Tout Passe – worden aangekocht. Ella’s voornaamste taak is de boekhouding, in het begin vooral het wegwerken van achterstallig onderhoud. ‘Dat was een forse klus. Bedenk wel, alles ging nog zonder computer en, voor de ingewijden, met een doorschrijfsysteem’. In de jaren 80 verwerft Ruimzicht Villa Aurora, Akapella en Pakhuis London. Wolfensberger zelf ziet toe op de verbouwingen, maar doordat Ella er zijdelings bij betrokken is, wordt hier de kiem gelegd voor haar latere deskundigheid. Ella ziet zichzelf nóg lopen in Groningen om inventaris te regelen voor Pakhuis London. ‘Het was de dag van het huwelijk van Charles en Diana en in de etalages zag ik de tv-beelden van de ceremonie’. De ontwikkelingen in het studentenwerk passeren de revue: de uitgebreide aannames met een ‘trillende kandidaat’, de conviviumdag die toen nog een weekend was ‘van vrijdagavond tot zondagmiddag’, en de commissie voor het studentenwerk onder leiding van prof. H. W. de Knijff. Het is ook de tijd van de zaterdagopleiding Latijn en Grieks ‘voor wie theologie wilde gaan studeren maar de nodige vooropleiding miste’, de oriëntatiedagen voor aanstaande theologiestudenten, het Fonds Aktie Late Roepingen en de financiële ondersteuning van promovendi. ‘Maar dat laatste bloedde dood’. Midden jaren 80 ontstaat het idee voor het seniorenconvivium – ‘Gerrit Wolfensberger had er vast een veel mooiere naam voor’ – De Stadhouder, bedoeld voor de oudere student en promovendi. ‘Dit convivium moest de andere convivia gaan ondersteunen op het gebied van bezinning. Niet alles daarvan is uit de verf gekomen’. Met het vertrek van Wolfensberger, de verhuizing van het kantoor naar Utrecht en de komst van nieuwe predikant-directeuren verschuift het takenpakket van Ella. ‘Het zakelijke aspect kwam meer bij mij te liggen; het toezicht op onderhoud, het aansturen van verbouwingen en het afhandelen van de financiën’. Het is een periode met ‘genoeg werk aan de winkel’ – Ruimzicht heeft kort daarvoor de boerderij Oldelamer in bezit gekregen – maar in de beleving van Ella ook een fase ‘zonder grote visionaire ideeën’. Het profiel van Ruimzicht wordt vlakker. De oriëntatiedagen en de zaterdagopleiding komen in handen van de universiteiten en de promotietoelagen verdwijnen. ‘Wat overbleef was Aktie Late Roepingen en de convivia. Het was doorgaan maar niet vernieuwen’. Ondertussen neemt Ruimzicht afscheid van convivium Villa Aurora, verhuist het kantoor naar het pand van de Bond van Nederlandse Predikanten en wordt de vrijgekomen ruimte verbouwd tot een nieuw convivium: Villa Spina Rosa. De in 2010 gestarte inhoudelijke bezinning op het werk van Ruimzicht ervaart Ella als een positieve ontwikkeling, vooral de daaruit voortgekomen ondersteuning aan predikanten door middel van coaching. ‘Vroeger woonden er veel meer theologen in de convivia. Zo voedde je de kerk. Nu het aantal theologen in de huizen fors is afgenomen, kan dit de bijdrage van Ruimzicht zijn aan de kerk’.
Wat heeft jou de jaren door voor dit werk gemotiveerd?
‘De tijd is veranderd, de maatschappij is harder geworden. Individualistisch. Dat vind ik verontrustend, het is nodig om naar elkaar om te zien, dat spreekt mij aan. Ruimzicht moet zich wat dat betreft blijven bezinnen: wat kun je daarin betekenen, als extra toevoegen? Ik zou willen dat mensen merken dat het ook anders kan, het omzien naar elkaar te laten ervaren. Dat ze zich dat eigen maken en van binnenuit gaan voelen. Volgens mij is dat een vanzelfsprekend onderdeel van het geloof. Convivia dragen daaraan bij. En als predikanten goed in hun vel zitten – coaching – ook. Het werk van Ruimzicht vind ik in potentie mooi. Het heeft altijd mijn hart gehad. Ik weet nog dat ik met Ursula weekenden in Oldelamer doorbracht om het bewoonbaar te maken. We staken de open haard aan, vuurtje stoken, heerlijk, het stond er vol rook. Klopt ja, ik heb er inderdaad veel vrije tijd in gestoken. Maar dat doe je niet als het je hart niet heeft’.
Welke gebeurtenissen zijn je echt bijgebleven? Kun je een hoogtepunt noemen, of een dieptepunt?
Ella zucht, merkbaar onthand. ‘Ik kan niet één gebeurtenis noemen. Voor mij is het persoonlijk contact altijd belangrijk geweest, dat waren de hoogtepunten in mijn werk, de gesprekken met mensen binnen allerlei lagen van Ruimzicht: de zaterdagcursisten, de reünisten, de bewoners… ‘. Ze herinnert zich zaterdagcursisten, vlak voor hun examen, hoe zenuwachtig ze waren: ‘dan maakte ik een praatje en probeerde ik ze op hun gemak te stellen. Jaren later kreeg ik dan te horen hoezeer ze dat op prijs hadden gesteld. Dat zit denk ik ook in mijn aard, dat ik op mensen gericht wil zijn. Niet voor niets heb ik ooit de sociale academie gedaan. Nee, zonder dat persoonlijk contact had ik het werk nooit zo lang vol gehouden’.
Wat ga je het meest missen aan dit werk?
Lachend: ‘nou, dat is een inkoppertje. Het contact met mensen dus. Niet dat ik na 1 juni achter de geraniums ga zitten, maar toch…’
Wat hoop je voor jezelf nu je gaat stoppen?
‘De gezondheid van Ursula is een belangrijke reden dat ik nu stop en niet pas over’ – Ella rekent even in haar hoofd – ‘1 jaar en 2 maanden. Ik merk ook dat mijn eigen gezondheid minder wordt, de jaren beginnen te tellen. Ik heb moeite met het idee om af te takelen, geestelijk en lichamelijk, dat je alleen nog maar kunt vegeteren. Ach, hoe zal het zijn als je eenmaal zover bent, misschien ervaar je het dan toch anders? Hoe dan ook: nu ik me redelijk fit voel wil ik graag nog een aantal goede jaren van het leven kunnen genieten, samen met Ursula. Hoe? Eindelijk die museumjaarkaart echt gaan benutten, genieten van cultuur. Wist je dat op de theezakjes van DE vragen staan? Onlangs stond er: wat zijn jouw drie grootste wensen. Ik was thuis en vroeg het aan Ursula en ja, ik heb ‘m door, nu vraag jij het aan mij… Nou, ik snap niet dat macht of geloof tot oorlog moet leiden. Waarom kunnen mensen niet in vrede samenleven? Dus vrede, dat is wat ik zou wensen. En gelijkheid, zodat er geen arm of rijk is, geen honger, want ook dat lokt uit tot strijd. En voor mezelf dus een redelijk goede gezondheid en een paar mooie jaren voor de boeg’.
Wat is het eerste dat je gaat doen?
‘Van een ervaringsdeskundige hoorde ik dat vakantie een goede manier is om je werkzame leven af te sluiten. Dan ben je uit het ritme van alledag en als je terug komt ben je niet meer zo geneigd om dat gewone ritme op te pakken. We zijn dus aan het kijken of we niet toch gelijk met vakantie zullen gaan. Waar ik naar toe zou willen? Nieuw-Zeeland! Nee hoor, we gaan er met de bus op uit of met het vliegtuig naar een zonnige bestemming in Europa. Portugal misschien’.
Wat wens je Ruimzicht toe? Waar staat Ruimzicht in 2025?
‘Ik hoop dat wat Ruimzicht doet goed blijft gaan. Dat is mensen een plek geven om van elkaar te leren, elkaar te stimuleren en er te zijn voor een ander. Wat mij betreft blijft Ruimzicht nog heel lang bestaan, maar dan moet het wel toegevoegde waarde hebben. Zonder die meerwaarde heeft het geen zin, dan houd je alleen een toko draaiend’.